Het is niet moeilijk om een verslaving verborgen te houden. Het is zelfs heel makkelijk. Ook op je werk. Een werkgever denkt er niet aan dat een medewerker verslaafd kan zijn zolang die medewerker doet wat er van hem wordt gevraagd: zijn werk.
Nederland telt volgens Jellinek (augustus 2018) naar schatting twee miljoen verslaafden van 18 jaar en ouder. Dat is exclusief verslavingen als seks, porno, (niet-)eten en werken. Statistisch gezien kan dus elke werkgever, zonder dat hij het weet, te maken hebben met een verslaafde medewerker.
De meeste werkgevers hebben er geen idee van. De verklaring voor de onzichtbaarheid van verslaving is vrij simpel. Een cliënt in mijn praktijk wist het mooi te vertellen. ,,Niemand verwacht dat er een olifant in zijn gang staat, want een olifant past helemaal niet in die gang. Mijn werkgever heeft nooit geweten dat ik verslaafd ben totdat ik het na twintig jaar aan hem vertelde. Ik heb toen verteld waar de poten van de olifant staan, waar zijn slurf hangt, zijn oren en zijn staart.”
De cliënt deed dat als afsluiting van de begeleiding in mijn praktijk. Eerst moest hij de confrontatie met zichzelf aan om te weten waar de verslaving vandaan kwam. Vervolgens konden we samen stappen zetten om de verslaving overbodig of in elk geval beheersbaar te maken. Dat kost tijd, maar toen we zo ver waren wilde hij zelf aan zijn omgeving vertellen over zijn verslaving. Enerzijds om te laten zien wie hij werkelijk is. Maar ook als zelfbescherming: door thuis en op je werk te vertellen wat je zwakke punt is, kun je vragen om hulp als er een terugval dreigt. Als ze thuis en op je werk weten waar die olifant staat kunnen ze hem zien en jou tegen hem in bescherming nemen.
Kun je het een werkgever en collega’s kwalijk nemen dat ze die olifant nooit hebben gezien? Op zich niet. Hun specialiteit is brood bakken, boekhouden of verzekeringen verkopen. Ze zijn geen hulpverlener. Bovendien loopt een werknemer niet met zijn verslaving te koop. Verslaafden zijn er heel goed in om signalen te verdoezelen, toe te dekken en gewoon te ontkennen. Dat doen ze vooral voor zichzelf, omdat ze hun probleem ontkennen. Prettige bijkomstigheid is dat je niet wordt ontslagen.
Kunnen werkgever en collega’s iets doen waardoor ze een stukje olifant in de gang kunnen zien?
Ik denk van wel en het is niet eens moeilijk: ga naast je werkrelatie een persoonlijke relatie aan. Toon interesse in elkaar, vraag naar elkaars leven. Leer elkaar als mens kennen. In een organisatie of bedrijf waar de verhoudingen goed zijn en – vooral – waar de baas en de medewerkers elkaar vertrouwen, heerst een sfeer waar ruimte is voor een persoonlijk gesprek en waarin ook persoonlijke problemen bespreekbaar kunnen zijn.
In een anoniem professioneel samenwerkingsverband is alleen aandacht voor presteren en produceren. Er wordt afgerekend op behaalde cijfers. Functioneert een werknemer niet naar behoren wordt hij ontslagen en vervangen door een andere. Nog erger is de situatie als vooral ZP’ers worden ingehuurd omdat dan nogal eens de sfeer ‘voor jou twee anderen’ heerst.
Ik zie die anonieme werkomgeving in het leven van veel cliënten. Sommigen verbazen zich er achteraf, in de loop van hun behandeling over dat ze nooit problemen hebben gekregen op hun werk. Dat hun verslaving nooit iemand is opgevallen of dat er in elk geval nooit iemand is geweest die heeft geprobeerd het bespreekbaar te maken. De intermenselijke afstand was daarvoor gewoon veel te groot.
Daarom kan het verkleinen van die afstand door het opbouwen van persoonlijk contact, en daarmee een persoonlijke band, heel effectief zijn om eens in de gang te kijken of daar soms een olifant staat. Daar hoeft niemand hulpverlener voor te zijn. Zo’n investering in elkaar komt sowieso de bedrijfsresultaten ten goede. In een bedrijf of organisatie waar een fijne sfeer heerst met goede persoonlijke contacten is iedereen bereid een stapje harder te lopen als het nodig is.